Als reaktie op vragen van CDA, PvdA, VVD en IBGV (de oppositie) in de RaadGeachte voorzitter, geachte aanwezigen,
In de vergadering van 3 mei 2006 is er door de oppositie gereageerd op de wijze waarop het coalitieakkoord tot stand kwam.
Op 31 mei 2006 kon de oppositie wederom reageren en nu dan op het coalitieakkoord.
Voorzitter, ik zou graag in volgorde sprekers van de oppositie reageren op de vragen die aan mij zijn gesteld,beginnende bij dhr. Huntjens
Meneer Huntjens,.
U vergelijkt, o.a. in de media ons nieuw coalitieakkoord met wijn. Dat is een compliment.
Helaas maakt u bij deze vergelijking een fout als u zegt: ‘Als je water in de wijn doet dan wordt deze azijn’. Dat is niet zo. Wijn wordt azijn als deze geïnfecteerd wordt door insecten.
U probeert met uw woorden onze wijn als het ware te infecteren en wij zullen dat niet toelaten.
Dat u denkt ons te moeten feliciteren vanwege de titel van ons coalitieakkoord en de opmerking “een beetje plagiaat van de CDA verkiezingsslogan mag wel en nemen wij u niet kwalijk” is zelfs buitengewoon grappig. “
Mag ik u daaraan herinneren dat deze slagzin door de SP-fractie bedacht is en gebracht werd tijdens de Programmabegroting 2005-2008 op 9 november 2004!!!
Ik wil, voordat ik op u vragen inga nog even dit zeggen: voor een goede en opbouwende kritiek staan wij als SP fractie altijd open. Een open en eerlijke mening kunnen we ook accepteren, een rancuneuze en destructieve reactie daar kunnen en willen wij niets mee. Uw vragen en opmerkingen kenmerken zich door het volgende:
– rancuneus en eerder destructief dan opbouwend.
– Zaken uit het akkoord worden volledig uit de context gehaald.
– U vraagt nog geen drie maanden na de verkiezingen aan de nieuwe coalitie een financiële onderbouwing van het akkoord terwijl u weet dat deze nog niet gegeven kan worden en terwijl u tevens weet dat dit in een collegeprogramma thuis hoort.
Ik wil nu op de vragen ingaan zoals zij door U, mijnheer Huntjens, expliciet aan mij zijn gesteld.
U vraagt bij vraag 4; “ welke rol zal de nieuwe coalitie spelen in deze actuele herindelingdiscussie?”
Welnu, de bijzonder belangrijke samenwerking met de omliggende gemeenten zal zeker door de coalitie worden opgepakt waar u ze heeft laten liggen. Want het was toch uw college dat mee heeft gewerkt aan de opheffing van het gewest Maastricht en Mergelland. Ik verwijs hierbij naar het raadsbesluit van 31 oktober 2005. waarin dhr. Kleijnen o.a. heeft aangegeven dat de SP fractie het niet juist vindt dat Valkenburg a/d Geul niet wordt vertegenwoordigd in het Tripool-overleg en waarbij de fractie tegen het besluit van opheffing heeft gestemd
De SP fractie is altijd van mening geweest dat samenwerking belangrijk is. Dat wij tegen een herindeling zijn is ook altijd duidelijk geweest.
Het spook van herindeling wordt niet door de nieuwe coalitie opgeroepen, het is al opgeroepen door het vorige college en waar u als wethouder aan mee heeft gewerkt dat er nu geen samenwerking meer is. Wie is hier wat te verwijten, mijnheer Huntjens.?
De vraag; van punt 5 “ op welke termijn en met welke middelen wenst u de nachtbus te realiseren?
Deze vraag zal het college programma beantwoorden. Dus; u zult nog even geduld moeten hebben, mijnheer Huntjens.
Punt 6: Wat onderhoud openbare ruimte en Valkenburg schoon betreft kan ik u verzekeren dat ook deze vraag tijdens het collegeprogramma besproken zal worden waarbij de nodige financiën daarvoor berekend zullen zijn.. Een goede plan van aanpak op wijk en kernenniveau zal moeten worden opgesteld waarin een tijdsplanning opgenomen is en ook binnen de beschikbare budgetten. Waarom binnen de beschikbare budgetten?
Zoals u bekend is werd er voor de komende jaren geen extra geld is uitgetrokken voor extra onderhoud die hard nodig is. Zo blijkt uit de begroting. Niet onze begroting, mijnheer Huntjens maar de begroting van het vorige college. Verder zal het efficiënter inzetten van menskracht al tot positieve resultaten leiden. Valkenburg schoon moet nu toch echt gebeuren. Het zal leiden tot een meer prettige leefomgeving voor onze inwoners en aantrekkelijker voor bezoekers van onze gemeente en dat zal ook weer zijn vruchten afwerpen.
Punt 9: N.V ontwikkelingsmaatschappij betreft een puur zakelijke benadering.
Als de kosten hoger zijn dan de baten moet men zien dat te veranderen.. Het uitgangspunt is dat de NV ontwikkelingsmaatschappij niet meer met gemeenschapsgelden gefinancierd wordt De NV Ontwikkelingsmaatschappij brengt de kosten niet op , kan zich niet zelf onderhouden en heeft de gemeenschap tot nu toe € 650.000,- gekost. In 2005 zijn er nog € 200.000 ingepompt. Dat moet ophouden.
Conclusie,de gemeente Valkenburg moet er geen bijdrage aan deze ontwikkelingsmaatschappij meer leveren. Bovendien zou ons inziens in het kader van financiële middelen :periode 2003-2007 het bestaansrecht van de NV onderzocht moeten worden.
Punt 10 Wielerevenementen: Wij hebben een duidelijke intentie aangegeven, dit wordt in het college, waar het thuis hoort, uitgewerkt.
Wat punt 12 de brede school betreft ga ik geen uitspraak doen terwijl er nog een haalbaarheidsonderzoek loopt.
Het resultaat wordt afgewacht en in overeenstemming met de afspraken in de raadsadviescommissies besproken. Zo staat het ook in het coalitieakkoord, mijnheer Huntjens.
Hierna hopen wij, samen met de oppositie, tot een zo doeltreffend mogelijk besluit te kunnen komen. Nu uitspraken doen is ‘voor de beurt spreken’.
Punt 14: Armoedebeleid, uw kritiek op het armoedebeleid en dat wij daarin een smalle benadering daarvan hebben duidt op uw onzorgvuldige manier van lezen
In het coalitieakkoord op pagina 20 staan alle onderdelen wat Sociale zaken betreft opgesomd.
Als u meent te moeten constateren dat wij in het kader van ons coalitieakkoord de deuren open zetten voor een nog groter verlies aan banen haalt u weer een onderdeel uit de context en gaat daarmee vandoor .Als u van daaruit meent een integrale armoedenota te willen ontwikkelen dan is het jammer dat u dit niet eerder heeft gedaan, maar wij zien uw armoedenota met spanning tegemoet.
Punt 15 Retailstructuurvisie Uw veronderstellingen en beschuldigingen richting het nieuwe college en de partijen SP en Transperant raken niet wal nog schip.
Wij distantiëren ons van elke opmerking en suggestieve reacties van uw mijnheer Huntjens ten zeerste.
Met name als het over het niet serieus nemen van de raad betreft.
We hebben nog niet eens nodig om op zulke beschuldigingen en suggesties in te gaan. Wat wij dus ook niet doen.
Zover wat de antwoorden voor dhr. Huntjens betreft.
Beantwoording van de heer Weerts.
Voorzitter, mijnheer Weerts heeft alleen globaal opmerkingen over het coalitieakkoord gemaakt. Toch wil ik graag ook iets tegen hem zeggen.
De heer Weerts stelt dat hij weinig met het akkoord aan kan vangen omdat het niet doelgericht is met veel openeind constateringen. Wij, de SPfractie , zijn het hier niet mee eens. Het akkoord geeft een aantal zeer duidelijke doelstellingen waar naar gestreefd zal worden.
Dat er nog het een en ander financieel onderbouwd moet worden moge duidelijk zijn. Bovendien is de nieuwe coalitie en het college nog in de beginfase van besturen.
Ik vraag me dan ook waarom de haast en waarom met een kritiek komen die op niets is gebaseerd.?
De vragen van mijnheer Westerhof.
U meent dat de SP u als een baksteen heeft laten vallen en u vraagt waarom de coalitiebesprekingen niet in een openbare gelegenheid gevoerd zijn.
Wij hebben goede en eerlijke gesprekken gevoerd vanwaar uit vrij snel duidelijk werd met wie wij verder samen aan tafel wilden gaan zitten om uiteindelijk tot samenwerking te komen. Dat is dus gebeurd en de keuze is niet op u gevallen vanwege een eenvoudige rekensom. Wij wilden drie en niet vier wethouders. U als vierde partij daarbij zou een vierde wethouder opleveren wat wij niet wilden. Dat u dat niet prettig vindt is begrijpelijk
Dat wij niet in het openbaar vergaderd hebben, het zij zo. Er was plaats in het gemeentehuis, er was geen behoefte om er telkenmale een open vergadering van te maken. Wie van de fracties inclusieve steunleden erbij wilde zijn kon of was erbij. Dus ons inziens voldoende openbaar. Met name omdat er ook iedere keer na overleg een bericht aan iedereen verstuurd werd.
Verder over de huisartsenpost: Dat de SP de hoop betreffende de HAP niet heeft opgegeven moge duidelijk zijn. Zolang er niet alle mogelijkheden zijn onderzocht (en die zijn er niet allemaal onderzocht,)geven wij deze wens niet op. Zeker nu waar de waarschijnlijkheid groot is dat de nieuwe onderneming CYGennics zich in Valkenburg gaat vestigen.
Deze willen zich gaan richten op het coördineren van medische zorgverlening en daarop aansluitende services op topniveau uit de hele wereld. Daarna zou er ingespeeld kunne worden op zorgverzekeraars dit concept over te nemen zoadat in een later stadium ook “ het gewone” volk hiervan gebruik van kan maken. En dat is nu een mooie insteek voor een HAP in Valkenburg aan de Geul.
Openbaar vervoer van dhr. Westerhof:
Mijnheer Westerhof, u stelt de vraag “waarom is de mogelijkheid om 65+ers tegen gereduceerde tarieven gebruik van het CVV te maken maar een punt van overweging?” En u geeft daarbij als voorbeeld het Parkstadmodel aan. Is het Parkstadmodel niet meer gebaseerd op een ontwikkeling op ruimtelijke ordening en infrastructuur in plaats van prijzenmatig gereduceerd vervoer voor 65plussers ? Maar dit even terzijde.
Hier ons antwoord op uw vraag:het openbaar vervoer is een bevoegdheid van de Provincie Limburg. Formeel heeft de gemeente hierin geen rol. In de voorbereiding van het aanbestedingstraject voor het openbaar vervoer, met ingang van 1.december 2006 heeft de gemeente Valkenburg in samenwerking met de andere Heuvellandgemeenten een OV-Visie opgesteld. Deze OV-visie is aangeboden aan de Provincie als bijdrage aan het programma van eisen. Intussen is bekend dat Veolia het gehele openbaar vervoer in Zuid-Limburg gaat uitvoeren. Dat betreft het vervoer per bus,per trein en per CVV. Prijswijzigingen zijn mogelijk , ook voor 65+ers. Hoe de kosten voor de gemeenten daarbij komen uit te zien is nu nog niet bekend. Dus mijnheer Westerhof moet u op het DOEN nog even wachten.
Wat het burgerinitiatief betreft had u ,mijnheer Westerhof, meer van de SP verwacht en u vraagt dan ook waarom uitsluitend in de commissie en geen inspraak tijdens de raadsvergadering.
Welnu, tijdens de commissievergaderingen wordt aan de thema’s en probleemstellingen gewerkt.
De ideale plek waar burgers zich aan tafel kunnen zetten met de commissieleden om hun ideeën en standpunten naar voren te brengen. In de commissies worden de voorstellen gedaan die dan naar de Raad gaan. Dus vele male effectiever om de burgerinitiatieven in de commissies te laten werken.
Burgers tijdens de raadsvergadering aan het woord laten is als het ware ‘mosterd na de maaltijd’ omdat in de meeste gevallen besluitvorming al is uitgewerkt en veranderingen in dit late stadium niet meer mogelijk zijn of vertraging opleveren.
Het is natuurlijk wel de bedoeling dat het initiatiefvoorstel m.b.t. het burgerinitiatief zoals dat in de vorige raadsperiode door de SP-fractie ingebracht is op korte termijn concreet uitgewerkt moet gaan worden.
Overleg met de ondernemers: Woorden zijn eigenlijk niet meer nodig. Het akkoord is duidelijk. Met u zijn we van mening dat we het college aan deze afspraak zullen houden.
Reactie op vragen van dhr. Sprokkel:
Mijnheer Sprokkel
U heeft heel wat vragen bij elkaar gesprokkeld en ik wil hier eerst in algemene termen iets over kwijt:
· Uw opmerkingen, mijnheer Sprokkel, zijn tegenstrijdig Immers u geeft aan “ niets nieuws onder de zon” te kunnen ontdekken in het akkoord in de zin van vernieuwend beleid. U gaat vervolgens over tot het fel bekritiseren van dit ,volgens u oude beleid, wat ook u eigen beleid was. Ofschoon u aan de ene kant het bestaan van vernieuwend beleid in het akkoord ontkent, belet het u niet om op deze onderdelen van het akkoord zeer ongenuanceerd kritiek te geven.
· Daarbij vergeet u bij enkele vragen dat het nieuwe college gehouden is aan eerdere (door het vorige college) gemaakte afspraken. (zoals de vraag rond de VVV)
· Ook gaat u uit van onjuiste vooronderstellingen en lijkt u vooral uw best te doen in het zo negatief als mogelijk vertalen van het akkoord.
· Natuurlijk vraagt u ook naar zaken waarop ik vooralsnog alleen maar kan antwoorden met: mogen we eerst eens beginnen?
·
U vraagt de SP fractie hoe wij over de subsidiering van het VVV denken en waarom pas in 2009 deze wordt herzien.
Tja, mijnheer Sprokkel, zoals u weet heeft het college indertijd voor de gemeente Valkenburg aan de Geul een contract afgesloten met het VVV die pas eind 2008 is afgelopen.
Dan pas, bij het afsluiten van een nieuw contract, kan het tot herziening van financiën en prestatieafspraken komen. U gaat ervan uit dat er prestatieindicatoren al zijn geformuleerd. Het kan altijd beter en duidelijker en dat gaan wij dus doen.
Voorzitter, ik had dhr Huntjens al om geduld gevraagd en het collegeprogramma af te wachten, ook in dit kader van het beleid van wielerevenementen, gesteld door dhr. Sprokkel, moet ik naar het collegeprogramma verwijzen.
Wat het sociale beleid betreft, mijnheer Sprokkel, stel ik voor het verhaal in zijn geheel nog eens te lezen . Alles wat u wilt weten staat er in., de uitwerking volgt binnenkort. Wat uw vraag over de Huisartsenpost betreft heeft dhr Westerhof de zelfde vraag gesteld en een antwoord daarop gekregen.
Woningbouw in de kernen zal verwezenlijkt worden en er staat daarover meer in het coalitieakkoord als u, mijnheer Sprokkel, uit ontnomen hebt.
Verder verwijs ik wederom naar het collegeprogramma dat over enkele maanden verschijnt en waarin het coalitieakkoord wordt uitgewerkt.
Voorzitter: wat de financiële onderbouwing betreft die iedere keer wordt aangehaald wil ik nog eens, misschien tot treurens toe, verwijzen dat het coalitieakkoord uitgewerkt wordt in het collegeprogramma waarbij de financiën door de organisatie worden berekend.
De reacties van de meeste oppositiesprekers doet mij concluderen dat in het coalitieakkoord een behoorlijk aantal heldere uitspraken zijn gedaan, uitspraken waarop gereageerd is, jammer genoeg niet altijd even doeltreffend. Het geeft mij het gevoel dat wij, in vergelijking met eerdere akkoorden zelfs erg duidelijke uitspraken hebben gedaan.
Een coalitieakkoord waar wij, na uitwerking in het collegeprogramma dit in combinatie met de begroting, samen met onze coalitiepartners en hopelijk ook met oppositieleden, onze schouders onder gaan zetten.
Zover mijn reactie op de aan de SP fractie en aan mij gestelde vragen